Naam auteur: DierplagenNieuws

Hoornaars zijn we weer klaar voor

Een hoornaar is een soort grote wesp die behoort tot het geslacht Vespa. Er zijn verschillende soorten hoornaars over de hele wereld, waaronder de Aziatische hoornaar (Vespa velutina) en de Europese hoornaar (Vespa crabro).

Het belangrijkste verschil tussen de Aziatische hoornaar en de Europese hoornaar is hun uiterlijk. De Aziatische hoornaar heeft een zwart lichaam met een opvallend oranje kopstuk en poten. De Europese hoornaar heeft een bruin en geel lichaam, met een roodbruine kop en donkere poten.

Daarnaast hebben de twee soorten hoornaars ook verschillende verspreidingsgebieden. De Aziatische hoornaar is van oorsprong afkomstig uit Zuidoost-Azië, maar is inmiddels ook aanwezig in delen van Europa, waaronder Frankrijk, Spanje, Portugal en België. De Europese hoornaar komt van nature voor in Europa en delen van Azië, maar is niet aanwezig in Zuidoost-Azië.

Ten slotte hebben de twee soorten hoornaars ook verschillende gedragingen en gewoonten. De Aziatische hoornaar staat erom bekend dat hij bijenkorven aanvalt en bijen doodt, terwijl de Europese hoornaar voornamelijk leeft van andere insecten en soms ook nectar en fruit eet. De Aziatische hoornaar is ook agressiever tegenover mensen dan de Europese hoornaar en kan een gevaarlijke steek hebben.

Hoornaars zijn we weer klaar voor Meer lezen »

Ctgb liet vorig jaar 117 gewasbeschermingsmiddelen toe

Ctgb liet vorig jaar 117 gewasbeschermingsmiddelen toe

NIEUWSAKKERBOUW KIMBERLY BAKKER 26 APR 2023

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft vorig jaar 123 besluiten genomen over aanvragen voor gewasbeschermingsmiddelen en 98 besluiten over aanvragen voor biociden. Dat blijkt uit het jaarverslag over 2022. Uiteindelijk zijn 117 gewasbeschermingsmiddelen en 98 biociden toegelaten.

Van de aangevraagde toepassingen werd bij gewasbeschermingsmiddelen 11 procent en bij biociden 5 procent afgewezen of teruggetrokken door de aanvrager. Hier lagen door de Ctgb geconstateerde risico’s aan ten grondslag. Bij 64 procent van de aanvragen voor gewasbeschermingsmiddelen en bij 78 procent van de aanvragen voor biociden zijn vorig jaar voor het besluit nog voorschriften aangescherpt. Het Ctgb heeft één aanvraag voor gewasbeschermingsmiddelen en vijf aanvragen voor biociden volledig afgewezen.

Behalve de beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen en biociden voor gebruik in Nederland heeft het Ctgb ook enkele nieuwe werkzame stoffen beoordeeld voor gebruik in de Europese Unie. Van die werkzame stoffen is ongeveer 70 procent groen. Het gaat daarbij vooral om micro-organismen zoals bacteriën en plantenextracten.

Net zoals in 2021 had het Ctgb vorig jaar minder beschikbare beoordelingscapaciteit dan begroot. Daardoor zijn er minder uren aan de aanvragen besteed. ‘Daarnaast blijft het lastig de werklast voor de verschillende expertises in balans te houden. Dit vanwege een hoog ziekteverzuim, arbeidsmarktkrapte en het inwerken van medewerkers’, staat in het jaarverslag. Om de fluctuaties in capaciteit op te vangen, is veelvuldig gebruikgemaakt van evaluerende instanties.

Beperking op rodenticidegebruik

Een van de grote wijzigingen die het Ctgb in 2022 heeft doorgevoerd, is het beperken van het rodenticidegebruik (middelen tegen ratten en muizen) tot professionele bestrijders en gecertificeerde boeren. ‘Zij moeten zijn opgeleid in integrated pest management om het gebruik van chemische middelen zoveel mogelijk te beperken’, staat in het jaarverslag. Daarbij meldt het Ctgb van plan te zijn om ook in te grijpen in de wettelijke gebruiksvoorschriften van fosfiden.

Een andere grote wijziging is het feit dat aanvragen voor kleine toepassingen van laagrisicomiddelen sinds begin dit jaar administratief worden afgehandeld. Dat betekent dat er geen risicobeoordeling wordt gedaan. ‘Voor dit gebruik zijn geen onacceptabele effecten op mens, dier en milieu te verwachten.’ Het voordeel hiervan is dat de middelen sneller beschikbaar zijn voor telers, meldt de toelatingsinstantie.

In het jaarverslag wordt ook ingegaan op de prestaties van het Ctgb. Daaruit komt naar voren dat de algemene tevredenheid wordt beoordeeld met een rapportcijfer van 6,7. Er wordt vooral positief gereageerd op deskundigheid, betrouwbaarheid, integriteit en onafhankelijkheid. Minder positief zijn de reacties op de lange doorlooptijden en het niet geharmoniseerd werken.

Bron: Nieuwe Oogst

Ctgb liet vorig jaar 117 gewasbeschermingsmiddelen toe Meer lezen »

Boskakkerlak Ectobius sylvestris Foto Aglaia Bouma

Dit insect verpakt haar eieren in een donkerbruin damestasje

Tijdens een boswandeling met een kennis passeerden we een jonge, blonde vrouw die ons vriendelijk groette. Op haar shirt prijkte een Feyenoord-logo.

„Kakkerlak”, zei de kennis toen we een eindje verder waren. Mijn blik volgde die van hem in de hoop een fraai insect te ontwaren, maar op de tak voor mijn neus zag ik niets. Hij keek naar de wandelaarster die uit het zicht verdween. „Zo noemen we Feyenoordfans”, verduidelijkte hij toen hij mijn verwarring zag.

Exoten

Jammer, ik zie liever echte kakkerlakken en daar in dat bos, met een vrij dikke laag bladstrooisel, zou een boskakkerlak, Ectobius sylvestris, zich best thuis hebben gevoeld – veel meer dan bij mensen in huis, want daar zie je dit beestje niet. In tegenstelling tot een aantal exoten die zich in ons land alleen binnen kunnen handhaven en die kakkerlakken hun slechte naam bezorgen, vind je de boskakkerlak uitsluitend buiten. Dat is niet alleen in het bos; ze komen ook voor op de hei. Daar ruimen ze al knabbelend organisch afval op.

Vanaf april zijn de eerste volwassen mannen te zien. Vrouwen volgen meestal wat later.

Soms kun je een man zien zitten zonnen in de vegetatie: een uitgerekt eivormig dier met elegant lange antennen op een kop die maar nauwelijks onder het halsschild uit steekt. Dat halsschild heeft lichte randen rond een donkere vlek in de vorm van een klok zonder klepel. Daarachter zijn vleugels te bewonderen die een sierlijk netwerk van donkere en lichte tinten kennen.

In tegenstelling tot een aantal exoten, vind je de boskakkerlak uitsluitend buiten

In vergelijking daarmee is een vrouwelijke boskakkerlak toch minder gracieus. Zij heeft een iets plomper lichaam, wat benadrukt wordt door vleugels die nog niet half zo lang zijn als die van haar mannelijke soortgenoot. In tegenstelling tot hem, kan zij dan ook niet vliegen. Ze kan wel gretig reageren op de aantrekkelijke geur die hij verspreidt om haar te verleiden. Dat doet hij door zijn vleugels op te tillen, waardoor klieren aan de bovenkant van zijn achterlijf vrij komen te liggen. Die scheiden een stof uit waardoor ze gewillig genoeg wordt om hem met haar te laten paren.

Niet erg gracieus

Wat de vrouw ook kan, is na de paring een eipakket, ofwel oötheca, maken. Dat is een capsule waarin ongeveer vijftien eieren verpakt zijn en in het geval van de boskakkerlak ziet die eruit als een donkerbruin damestasje. Ze draagt het ook bij zich. Aan een poot zou dat erg onhandig zijn, want ze heeft ze alle zes nodig om op te lopen, dus sleept ze het eipakket achter zich aan, terwijl het half uit haar achterlijf steekt. Ook niet erg gracieus, maar wel praktisch, want ze kan het laten vallen op een plek waar het veilig kan overwinteren en waar haar nageslacht, als dat in juni het jaar erop uitkomt, voedsel kan vinden. De nimfen doen er daarna nog een jaar over om volwassen te worden.

De jonge, blonde vrouw had kennelijk een rondje gelopen, want we kwamen haar opnieuw tegen. Nu pas zag ik dat ze een damestasje droeg. Maar niet donkerbruin.

Bron: NRC

Dit insect verpakt haar eieren in een donkerbruin damestasje Meer lezen »

Wraak op een mug nemen doe je zo

Heb je bloedgroep O, heb je melkzuur, ammoniak of urinezuren in je lichaamsgeur zitten, heb je van jezelf een wat hogere lichaamstemperatuur, draag je donkere kleding of heb je gewoonweg genetische aanleg. Het zijn allemaal factoren waardoor muggen je sneller zouden kunnen prikken dan de gene naast je. Heb je dus het idee dat je vaker aan de beurt bent dan een ander, dan is dat best mogelijk.

Voor de gene die extra last hebben van muggen en nu al op kijken tegen het seizoen dat die stomme zoemende apparaatjes je bulten komen bezorgen een fijne video. Revenge is a Dish Best Served Cold!

Bron: VKMAG

Wraak op een mug nemen doe je zo Meer lezen »

‘Die schattige muisjes in de tuin doden, dat is toch wreed?’

Journalist Franke blogt elke woensdag over de avonturen van haar gezin. Deze week vraagt de buurvrouw vriendelijk iets te doen aan de muizen in hun tuin. “Ik heb er al vijf gevangen”, zei ze. “Ze komen vermoedelijk bij jullie vandaan.”

Het was ons heus wel opgevallen. De muis, die af en toe van de ene tuin naar de andere rende, topfit, zó door de schutting naar de buren. Eén muisje, dat leek nog schattig – al weet je dat één zichtbare muis eigenlijk betekent: minstens tien verborgen, ergens. Na een tijdje zagen we er twee.

Het muisje voelde zich blijkbaar bijzonder op zijn gemak door de komst van een broer/zus/buur, want hij nam niet eens meer de moeite om te rennen. Nee, de twee zaten gezellig op hun dooie akkertje in de tuin onder de boom te keuvelen samen, op zoek naar zonnebloempitten die de vogels voor hen hadden laten liggen. 

Samen uitroeien

Niet lang daarna waren het er drie. De buurvrouw sprak me aan. “Ze lopen zo bij mijn de tuin in, ik ben doodsbang van die beesten. Ik vermoed dat ze onder jullie vlonder vandaan komen, ik heb er al vijf gevangen deze week.” Ik beloofde dat we ze samen, de buren en wij, zouden uitroeien. 

Vijf muizen… Waarschijnlijk lag er inmiddels een muizenmetropool ter grootte van Parijs onder onze vlonder. Hoog tijd om er iets aan te doen voor we werden geteisterd door kuddes knaagdieren. Ik zag de scènes uit de film Ratatouille al voor me: overal van die krioelende beestjes. Dat moesten we nou ook weer niet willen. 

Lokdozen vol gif

“Die schattige muisjes doden, dat is toch wreed”, jammerden Puk (11) en Olle (8). En hoe vreselijk we het ook vonden om die muizen te moeten doden, het leek ons nog altijd beter dan dat we ze met de hand levend uit een kooitje moesten vissen. Zulke helden waren we nou ook weer niet.

© Bente Maria Hilkens Fotografie

Dus loog ik tegen de kinderen dat we ze niet zouden doden, terwijl ik een linkje doorstuurde naar manlief voor lokdozen vol gif. Een paar dagen later arriveerden de vallen. We plaatsten ze strategisch in de tuin. Ik bezemde de boel, zodat er nergens meer snacks lagen, terwijl manlief kieren en gaten dichtte om volksverhuizingen te voorkomen.

Geen geknaag meer 

Met pijn in mijn hart was het een week later muisstil. Doodstil. De muis en zijn vriendjes hielden geen gezellige theekransjes meer in de tuin. Ik durfde niet onder de vlonder te kijken of daar inmiddels een Père-Lachaise vol muizenlijkjes lag. De kinderen leken – gelukkig – hun interesse in de muizen, nu ze niet meer door de tuin huppelden, te hebben verloren. Dat scheelde een hoop tranen. 

Ik genoot van de stilte. Geen beestjes, geen geknaag, helemaal niets 

Maar nu het weer stil was in de tuin, moest ik ook toegeven dat ik genoot van de stilte. Geen beestjes, geen geknaag, helemaal niets. Die muizen zagen er weliswaar met de deuren dicht vrolijk uit, maar de kans dat ik ze nog leuk zou vinden als we eenmaal de deuren wagenwijd open hadden staan, was bijzonder klein. Want muizen in huis, dat was natuurlijk een héél ander verhaal.

Bron: RTL Nieuws

‘Die schattige muisjes in de tuin doden, dat is toch wreed?’ Meer lezen »

Foto door Mark Stebnicki Pexels

Alweer duizenden dieren dood door een stalbrand. LTO: ‘We willen meer weten over oorzaken’

19/5 in Trouw staat een opinie-artikel over de stalbranden.

De verzekeraars roepen op tot maatregelen maar doen zelf niets. Terwijl zij juist degene zijn die eisen kunnen stellen. En dat weten ze. In het afgelopen jaar zijn er al 25.000 dieren omgekomen bij stalbranden, aldus actiegroep Wakker Dier. De veehouderij overweegt de luchtwasser in stallen af te schaffen om de risico’s te verkleinen. Boerenorganisatie LTO vraagt om meer inspanningen om de oorzaken van stalbranden te achterhalen, terwijl Wakker Dier van mening is dat er meer gedaan moet worden om deze branden te voorkomen. De recente stalbranden in onder andere Sint-Oedenrode, Ermelo en Dronten illustreren het gevaarlijke bestaan van dieren in afgesloten stallen.

Alweer duizenden dieren dood door een stalbrand. LTO: ‘We willen meer weten over oorzaken’

Lees het hele bericht hier in Trouw

Als reactie schreef Alex Mars het onderstaande bericht:

1 op de 4 stalbranden ontstaat door kortsluiting veroorzaakt door ratten of muizen. Maar boeren bestrijden liever zelf. Want een professional inhuren kost geld… Alex Mars van Mega-Des ongediertebestrijding de volgende reactie

Laat hier onder jouw reactie achter

Alweer duizenden dieren dood door een stalbrand. LTO: ‘We willen meer weten over oorzaken’ Meer lezen »

Eén register voor plaagdierbeheersers

In de plaagdierbranche zijn drie registers aanwezig voor registratie van licentiehouders ondergebracht bij de Stichtingen EVM, CPMV en Bureau Erkenningen. Op verzoek van de branche en het ministerie van I&W zijn de besturen van de Stichtingen overeengekomen dat ze gaan werken vanuit één register, één examendocument en vanuit één organisatie, Stichting Groene Erkenningen.
 

In een intentieverklaring zijn EVM, CPMV en Bureau Erkenningen overeengekomen om te werken aan één gezamenlijk plaagdierregister van personen en één gezamenlijk examendocument. Geart Benedictus (voorzitter EVM) geeft aan dat de partijen in goed overleg tot de conclusie zijn gekomen dat, gezien de geringe omvang van de sector plaagdierbeheersing, het voor alle belanghebbenden effectiever en efficiënter is om vanuit één register en één examendocument te werken.
Partijen hebben ingestemd met een samenwerking door het inrichten van een gezamenlijke werkorganisatie onder de verantwoordelijkheid van de naam Stichting Groene Erkenningen. Deze stichting is reeds onder de naam Bureau Erkenningen een Zelfstandig Bestuursorgaan. De drie partijen streven om de inrichting zoveel als mogelijk uiterlijk 1 juli 2023 te effectueren.
Vier ministeries werken gezamenlijk mee aan het project IPM knaagdierbeheersing, met als doel een duurzame en effectieve knaagdierbeheersing. Naar hun mening past deze intentieverklaring -om te komen tot één gezamenlijk plaagdierregister van personen en één gezamenlijk examendocument- bij deze doelstelling. Zij staan dan ook positief tegenover (het doel van) deze intentieverklaring en zijn bereid deze te faciliteren, elk binnen zijn taken en verantwoordelijkheden. Onderdeel daarvan kan zijn de voorbereiding van een aanpassing van regelgeving.

Voor vragen hierover:

CPMV: info@cpmv.nl; (088) 2350388 | website CPMV

EVM: info@evm.nl; 0317-42 48 82 | website EVM

Bureau Erkenningen: 088 042 42 42 | website Bureau Erkenningen

Eén register voor plaagdierbeheersers Meer lezen »

Ben ik Ri&E plichtig

Bent u RI&E plichtig

Waarschijnlijk wel

Over het algemeen geldt echter dat alle werkgevers in Nederland, met uitzondering van ZZP’ers, verplicht zijn om een RI&E uit te voeren. Dit is vastgelegd in de Arbeidsomstandighedenwet. Het doel van de RI&E is om de veiligheid en gezondheid van werknemers op de werkplek te waarborgen en risico’s op het gebied van veiligheid en gezondheid te identificeren en aan te pakken.

Om er zeker van te zijn of uw organisatie verplicht is een RI&E uit te voeren, kunt u het beste het stroomschema van de RI&E Startpunt raadplegen of de routeplanner RI&E gebruiken. Deze tools bieden gedetailleerde informatie en begeleiding om te bepalen of en hoe u aan de verplichtingen moet voldoen.

Wilt u meteen aan de slag? Dan kunt u de routeplanner RI&E gebruiken.

Bron: RI&E Startpunt

Bent u RI&E plichtig Meer lezen »

Scroll naar boven